Het is of je een andere wereld binnenkomt. Tussen oude torenmuren door kom je de kerk binnen. Het interieur ademt rust, stilte, eenvoud. Opgenomen in de sfeer zie je de triomfboog, waarnaast blind de preekstoel staat. Vanuit het koor valt het licht vol naar binnen. Langzaam dringt het tot je door dat hier eeuwenlang mensen zijn gedoopt, hun geloof hebben beleden en zijn begraven. Voor de reformatie hebben zij hier gezeten, kijkend naar het altaar in het koor, waarachter waarschijnlijk het kruis heeft gestaan. Wanneer zij vroeg in de morgen de mis bijwoonden, moeten zij verblind zijn geweest door de overdaad aan licht dat in hun gezichten scheen. Immers zoals alle oude kerken is ook deze kerk gebouwd met het koor naar het oosten, naar Jeruzalem gekeerd. Elke parochiaan wist, dat hij verder moest kijken dan het altaar en het kruis voor hem. Ver daarachter in Jeruzalem was het offer gebracht, dat het licht liet schijnen in hun harten. Misschien dat daarom juist in het koor de ramen zijn aangebracht in het oostelijke gedeelte en westelijk de ramen zijn weggelaten. Het koor is iets verheven en vooral toegankelijk voor de geestelijken. Mensen, die hun leven aan God hadden gewijd. Via drie treden kun je er komen. Je moet dan door de triomfboog, die geflankeerd wordt door twee altaarnissen. Dat is samen ook weer drie. Drie, het getal van de heilige drie-eenheid, eeuwen geleden door het concilie van Nicea beleden. Vader, Zoon en Heilige Geest. De triomfboog is de Zoon. In Hem danken wij onze overwinning. Maar kijk wel goed. Door alle drie valt hetzelfde licht in de kerk. Deze drie zijn een. In de linker nis, die van de Vader, is een bijzonder kruisraam aangebracht. Het herinnert ons aan het woord van Jezus: Niemand komt tot de Vader dan door Mij. In het koor vond het wonder plaats, dat brood en wijn veranderde in het vlees en bloed van Christus.Het verhoogde tongewelf herinnerde er aan, dat je daardoor loskwam van je ellendige, zondige bestaan; dichter bij de hemel, waar God was. En dan is daar opeens in Duitsland die monnik. Hij rekent af met een geloof van goede werken. Een geloof, dat je verheft boven je verdorven aardse bestaan naar een hoge hemel vol zuiverheid en licht. Het altaar verdwijnt. Het koor verliest zijn functie. De preekstoel, eerst zijdelings opgesteld, wordt vooraan geplaatst. Een open bijbel erop is het teken, dat hieruit het heil voortaan te lezen is. Daarom zullen de gezichten van de kerkgangers niet meer gericht zijn naar het altaar, maar naar het Woord. Alles wat daarvan afleidt, wordt verwijderd. Zo werd ook onze kerk een toonbeeld van eenvoud. Maar het licht door de ramen van het koor bleef schijnen. Het teken dat ook voor protestanten geldt, dat het offer van Christus het hart van het evangelie is.
De kerk van Eethen is gebouwd op een stroomrug van het riviertje de Dussen. Door de zandige samenstelling ervan was de inklinking van de grond veel minder. Daardoor kwam een stroomrug wat hoger in het landschap te liggen. Mensen gingen vanwege overstromingsgevaar daar wonen en bouwden er hun kerken. We kunnen ervan uitgaan, dat onze kerk altijd het middelpunt van het dorp is geweest. Dat was niet alleen ruimtelijk, maar ook sociaal bezien zo. Iedereen hoorde bij de kerk en de mensen ontmoetten elkaar tijdens en na de diensten. In vorige eeuwen waren voor ieder die zich even af wilde zonderen en bij God wilde zijn de deuren van de kerk alle dagen geopend. Dat had ook een ander effect. De huizen waren klein en de gezinnen groot. Kinderen werden snel buiten gezet om te spelen. Maar wat te doen als het gaat regenen? Wel, de kerk bood een ruime gelegenheid om je samen te vermaken. Zelfs de honden wisten door regen en kou hun weg erheen wel te vinden. Zo werd overal in de kerken verstoppertje gespeeld, gehoepeld en gebikkeld in kuiltjes in de grafzerken. Ook onze kerk zal hierop geen uitzondering zijn geweest. Wanneer een straathond niet op tijd voor het afsluiten van de kerk verdwenen was, moest hij soms de volgende zondag tijdens een kerkdienst door een hondenmepper worden verwijderd. Dat dit voor velen een aardige afleiding was tijdens de lange en vaak saaie diensten is te begrijpen. Nu is onze protestantse kerk buiten de erediensten altijd gesloten. We houden het netjes en schoon. Maar hebben wij het welkom in Gods huis daardoor beter begrepen?
De winter van 1944/1945 was een donkere, bange tijd. Eethen lag in de frontlinie en was nog bezet. De overkant van de Maas was bevrijd door de geallieerden. Over en weer werd geschoten met als belangrijk doelwit de kerk, die met haar toren hoog boven het landschap uitstak. Getroffen door vele granaten was er niet veel meer van het dorp over en restte van de kerk slechts een troosteloze puinhoop. Er werd gerestaureerd. Het moest beter worden dan de kerk ervoor, die vele ongelukkige veranderingen in de loop van de tijd had ondergaan. In 1961 was de klus geklaard. Een schitterend resultaat. Een kerk, waarvan zelfs de stenen spreken.